Deontologische Code
U.B.O. – B.U.O. – Union Belge des Ostéopathes – Belgische Unie van Osteopaten
Union Professionnelle reconnue par le Conseil d’Etat
Beroepsvereniging erkend door de Raad van State
Siège Social : Rue du Ham, 124/31 – 1180 BRUXELLES
Sociale Zetel : Hamstraat, 124/31 – 1180 BRUSSEL
Secrétariat Professionnel : Boulevard des Invalides, 188 – 1160 BRUXELLES –
Beroepssekretariaat : Invalidenlaan, 188 – 1160 BRUSSEL
Secrétariat Administratif/Administratief sekretariaat :
Rue de Belle-Tête, 30 – 7190 ECAUSSINNES
DEXIA : 068-2160990-51
DEONTOLOGISCHE CODE
DEEL 1
ALGEMEENHEDEN
1-2 Doel en toepassing van de Code
3-10 Algemene plichten van de osteopaat
11-15 Publiciteit
16-17 Patiënten
18-23 Praktijk
DEEL 2
DE OSTEOPAAT TEN DIENSTE VAN DE PATIENT
24-29 Relatie met de patiënt
30-35 Kwaliteit van de verzorging
36-45 Het medisch dossier
46 Andere therapeuten
47-58 Beroepsgeheim
59-71 Erelonen
72-74 Wetenschappelijk onderzoek op mensen
DEEL 3
DE OSTEOPAAT TEN DIENSTE VAN DE GEMEENSCHAP
75-79 De sociale en economische verantwoordelijkheid van de osteopaat
80-81 Preventieve osteopathie
82-85 Continuïteit van de verzorging, wachtdiensten, dringende medische hulp
86-90 Expertise
DEEL 4
RELATIES TUSSEN OSTEOPATEN ONDERLING
91-95 Collegialiteit
96-99 De plaatsvervangende osteopaat
100-101 De osteopatenassociaties
DEEL 5
RELATIES VAN DE OSTEOPAAT MET DERDEN
102-105 Contracten met verzorgingsinstellingen
106-107 Relaties met leden van medische en paramedische berSommige uittreksels
Sommige uittreksels
DEEL 1
ALGEMEENHEDEN
Hoofdstuk 1
Doel en toepassing van de Code
Art. 1 De osteopathische plichtenleer is het geheel van principes, gedragsregels en gebruiken die elk osteopaat dient na te leven of als leidraad te nemen bij de uitoefening van zijn beroep. Deze voorschriften behelzen zowel de persoonlijke houding als de eigenlijke uitoefening van het beroep.
Art. 2 De bepalingen van deze code gelden voor alle osteopaten die het beroep in België uitoefenen. Ze worden bij wijze van vermelding en niet beperkend aangegeven. Ze kunnen ook worden toegepast naar analogie.
Hoofdstuk 2
Algemene plichten van de osteopaat
Art. 3 Het uitoefenen van de osteopathische geneeskunst is een uitgesproken humanitaire opdracht; de osteopaat waakt in alle omstandigheden over de gezondheid van de enkeling en van de gemeenschap. Een onberispelijk moreel gedrag tussen de osteopaat en zijn patiënten is van fundamenteel belang. Bij het uitoefenen van zijn beroep dient de osteopaat uitermate toegewijd te zijn; dit geldt eveneens wanneer de osteopaat in opdracht van zowel particulieren als van de rechtbanken handelt, als expert of als bevoegd beoordelaar.
Art. 4 Om zijn patiënt met de beste zorgen te kunnen omringen, moet de osteopaat voortdurend op de hoogte blijven van de wetenschappelijke vooruitgang aangaande zijn vak. Zijn kennis van zaken blijft op peil door een permanente vorming.
Art. 5 De osteopaat dient al zijn patiënten even gewetensvol te verzorgen, ongeacht de nationaliteit, sociale stand, overtuiging, reputatie en zijn persoonlijke gevoelens jegens hen.
Art. 6 De osteopaat dient zich bewust te zijn van zijn sociale plichten tegenover degemeenschap. De verplichtingen van de osteopaat tegenover zijn patiënt worden bepaald door de contractuele band tussen hen. Er zijn omstandigheden waarbij er geen contractuele band is (bvb. bij spoedgevallen), maar ook hier moet de osteopaat in alle omstandigheden voorzichtig omgaan met zijn patiënt overeenkomstig de ethische principes van het beroep.
Art. 7 Een verzekeringspolis burgerlijke aansprakelijkheid is voor de osteopaat verplicht om zich in te dekken tegen financiële schadeloosstelling die kan voortvloeien uit zijn professionele verantwoordelijkheid, in het bijzonder tegenover zijn patiënt.
Art. 8 De osteopaat moet ervoor waken, zelfs buiten zijn beroepsactiviteiten, geen daden te stellen die de eer of de waardigheid van het beroep zouden kunnen schaden.
Art. 9 De osteopathische geneeskunst mag in geen geval en op geen enkele manier als een handelszaak worden opgevat.
Art. 10 De osteopaten moeten goede collegiale betrekkingen met elkaar onderhouden en elkaar bijstaan
Hoofdstuk 5
Praktijk
Art. 18 De praktijk is de plaats waar de osteopaat gewoonlijk patiënten ontvangt, onderzoekt, verzorgt, en advies verstrekt. Voor wat de hygiëne, de verzorging en de veiligheid van de gebruikte apparatuur betreft, dienen de nodige maatregelen te worden getroffen.
Art. 19 De osteopaat moet er zijn beroep uitoefenen in omstandigheden die hem toelaten:
- de continuïteit van de verzorging te verzekeren,
- geen afbreuk te doen aan de medische waardigheid of aan de collegialiteit.
....
DEEL 2
DE OSTEOPAAT TEN DIENSTE VAN DE PATIENT
Hoofdstuk 1
Relatie met de patiënt
...
Art. 26 De osteopaat moet pogen de patiënt voor te lichten over het hoe en het waarom van elke voorgenomen diagnostische of therapeutische maatregel.
Hij licht de patiënt in over diens toestand, in een voor hem verstaanbare taal.
De behandeling van de patiënt gebeurt enkel met zijn toestemming, behalve in geval van hoogdringendheid.
De osteopaat dient de voorgestelde behandeling nader toe te lichten aan de patiënt en nooit misbruik te maken van diens toestemming of zijn vrijheid een behandeling te weigeren in het gedrang te brengen of zijn mening te negeren.
Als de zieke een onderzoek of een voorgestelde behandeling weigert, mag de osteopaat
zich van zijn taak ontdoen volgens de voorwaarden vermeld in de 2de alinea van artikel 25.
...
Art. 29 De al dan niet vrij gekozen osteopaat zal zijn patiënt al zijn kennis, ervaring en toewijding ter beschikking stellen.
...
Hoofdstuk 4
Andere therapeuten
Art. 46 Elk osteopaat dient ervoor te zorgen dat de zieke in alle omstandigheden vrij een ander therapeut kan kiezen. De behandelende osteopaat helpt in alle eerlijkheid de zieke bij deze keuze
Hoofdstuk 5
Beroepsgeheim
Art. 47 Het beroepsgeheim dat de osteopaat moet bewaren, is van openbare orde.
De osteopaten hebben de plicht alle informatie en onderzoeken aangaande de patiënt vertrouwelijk te behandelen. De behandelende practici dienen zich in gelijk welke omstandigheid aan het beroepsgeheim te houden.
Art. 48 Het beroepsgeheim van de osteopaat omvat zowel al wat de patiënt hem heeft gezegd of toevertrouwd, als wat de osteopaat weet of heeft ontdekt ten gevolge van onderzoekingen of van door hem gedane of aangevraagde navorsingen.
Art. 49 Het beroepsgeheim omvat alles wat de osteopaat heeft gezien, gehoord, vernomen, vastgesteld, ontdekt of opgevangen tijdens of bij gelegenheid van de uitoefening van zijn beroep. De osteopaat mag onder geen beding misbruik maken van dit vertrouwen.
Deze deontologische code voor osteopaten is een vrije vertaling van de franse geregistreerde
“Code de déontologie des ostéopathes”.